Tuinverlichting zelf aanleggen: een stap-voor-stap handleiding
Share
Tuinverlichting zelf aanleggen: een stap-voor-stap handleiding
Wil je zelf tuinverlichting aanleggen en je tuin sfeervol verlichten? Met de juiste aanpak is het eenvoudiger dan je denkt! In deze handleiding nemen we je stap voor stap mee in het proces.
Stap 1: Maak een verlichtingsplan
Voordat je begint, is het belangrijk om te bedenken welke delen van je tuin je wilt verlichten. Denk aan:
-
Paden en opritten voor veiligheid
-
Terras of zithoek voor sfeer
-
Planten of bomen voor een accent
-
Vijver of waterpartij voor een bijzondere uitstraling
Teken een plattegrond van je tuin en markeer waar je verlichting wilt plaatsen.
Liever een verlichtingsplan gemaakt voor een specialist? Dan kan natuurlijk ook, bekijk onze unieke Tuinverlichtingsconsults.
Stap 2: Kies de juiste verlichting
Er zijn verschillende soorten tuinverlichting:
-
Functionele verlichting: strategisch geplaatste lichtpunten langs paden en/of trappen
-
Contourverlichting: subtiele verlichting aan de randen van een pad of terras
-
Sfeerverlichting: zoals lantaarns, lichtslingers of prikspots.
-
Accentverlichting: voor bomen, struiken of beelden.
-
Solarverlichting: ideaal als je geen bedrading wilt aanleggen.
bekijk hier onze lampen op zonne-energie van topkwaliteit
Kies verlichting die past bij de sfeer die je wilt creëren en let op de IP-waarde (bijv. IP65 voor waterdichte buitenlampen).
Stap 3: Bepaal de stroomvoorziening
Afhankelijk van de gekozen verlichting heb je verschillende opties:
-
Netstroom (230V): voor krachtige verlichting, maar vereist aanleg van kabels door een professional.
bekijk hier ons assortiment 230 volt Cortenstaal lampen -
Laagspanning (12V): veiliger en makkelijker zelf te installeren.
bekijk hier ons assortiment 12 volt tuinverlichting -
Solarverlichting: werkt op zonne-energie, geen bedrading nodig.
Als je kiest voor netstroom of laagspanning, zorg dan voor een geschikt (buiten)stopcontact of een transformator in geval van 12 volt.
Stap 4: Kabels aanleggen
Voor 12volt zwakstroomverlichting moet je kabels ondergronds leggen:
-
Graaf een geul van minimaal 20 cm diep om kabels weg te werken.
-
Gebruik professionele grondkabels, deze vindt u hier: Grondkabels 12 volt
gebruik desgewenst een beschermbuis om schade te voorkomen. -
Sluit de kabels aan op een 12 volt transformator.
-
Werk de kabels netjes weg en bedek de geul weer met aarde of grind.
Wanneer je kiest voor het 230 volt systeem raden wij aan hiervoor een professioneel installatiebureau in te schakelen.
Stap 5: Verlichting installeren
Monteer de lampen volgens de instructies van de fabrikant:
-
Zorg dat spots stevig in de grond staan.
-
Bevestig wandlampen goed tegen de gevel.
-
Zorg dat solarverlichting voldoende zonlicht krijgt.
-
Test of alle verlichting goed werkt voordat je de kabels definitief wegwerkt.
Stap 6: Automatisering en slimme bediening
Wil je je verlichting automatisch laten werken? Dan kun je gebruik maken van:
-
Tijdschakelaars: handig voor vaste tijden.
-
Schemer- of bewegingssensoren: bespaart energie.
-
Slimme verlichting (WiFi of Bluetooth): te bedienen via een app op smartphone of tablet.
Stap 7: Geniet van je sfeervolle tuin!
Nu je verlichting is aangelegd, kun je genieten van een prachtig verlichte tuin. Of je nu een gezellig terras wilt creëren of je tuinpaden wilt verlichten, met de juiste tuinverlichting ziet je tuin er ’s avonds net zo mooi uit als overdag.
Veelgemaakte fouten bij tuinverlichting (en hoe je ze voorkomt)
-
Te laat aan verlichting denken: Met stip op nummer 1. Zorg dat je op tijd aan verlichting denkt zodat kabels getrokken kunnen worden voordat bestrating en/of terras(en) zijn aangelegd.
-
Te fel licht kiezen: Ga voor warm wit licht (2700K) voor een sfeervol effect.
-
Te veel tuinverlichting plaatsen: Zorg voor een subtiel en sfeervol verlichte tuin, maak er geen landingsbaan van.
-
Te weinig verlichting plaatsen: Het lijkt misschien tegenstrijdig, maar ook te weinig tuinverlichting geeft niet het gewenste effect. Zorg voor een gebalanceerd verdeeld lichtbeeld.
-
Geen rekening houden met weersinvloeden: Zorg voor waterdichte armaturen, kabels en verbindingen.
-
Geen goed plan maken: Voorkom dat je later kabels moet verplaatsen.